Om goed van start te gaan in de wereld van het online schaken, is het belangrijk om in eerste instantie de basis goed te begrijpen. Denk bijvoorbeeld aan de spelregels en de beste manier om naar overwinning te strijden.
Schaken is een denksport die strategisch denken stimuleert. Als je jouw doorzettingsvermogen gebruikt om beter te worden in dit spel, zul je zien dat je hier ook buiten dit spel baat bij hebt. Je leert hoe je beter oplossingen kunt vinden voor problemen en deze strategische manier van denken zal er dus ook voor zorgen dat dagelijkse problemen makkelijker op te lossen zijn.
Om je op weg te helpen, zijn hier de basisregels en tactieken van schaken.
De regels
Je schaakt op een schaakbord. Dit bord bestaat uit 64 verschillende vlakken (8×8). Langs de randen staan getallen van 1 tot en met 8 en letters van A tot en met H. Met behulp van deze cijfers en letters wordt het makkelijker om te noteren waar verschillende schaakstukken zich gedurende het spel bevinden.
Op dit bord wordt gespeeld met zes verschillende schaakstukken. Je hebt de koning, de dame, twee torens, twee lopers, twee paarden en acht pionnen.
Koning – Dit is het belangrijkste schaakstuk in het spel. Als de koning wordt aangevallen, heb je verloren. Gedurende het spel moet je dit dus zien te voorkomen, terwijl je druk bezig bent met het veroveren van de koning van de tegenpartij. De koning mag per beurt slechts één vak verschuiven. Dit mag naar voor, achter, links, rechts en schuin in alle richtingen. De koning kan zelf niet aanvallen.
Dame – De dame mag zich vooruit bewegen in alle richtingen. Zo veel vlakken als je wilt. De dame is het sterkste stuk van het spel.
Toren – De toren mag zich eveneens zo veel vlakken voort bewegen als je wilt. De toren mag dit echter alleen horizontaal of verticaal.
Loper – De loper mag zich ook zo veel vlakken bewegen als je maar wilt. De loper mag dit alleen diagonaal doen.
Paard – Het paard zet geen stap, maar maakt een sprong. Per beurt dat je het paard wilt gebruiken zet hij één stap naar voor en één stap schuin. Het paard kan op deze manier dus over andere schaakstukken heen ‘springen’.
Pion – De pion mag maar één stap naar voren maken, behalve de eerste keer dat je hem verzet. Dan mag je hem twee keer verplaatsen. De pion kan alleen naar voren slaan en diagonaal.
Tactiek
Bij schaken is het belangrijk om zo veel mogelijk controle te nemen over het centrum van het schaakbord, dus het midden van het bord. Het is belangrijk om aan het begin van het spel te zorgen dat er op z’n minst één pion in het midden van het bord staat. Als je controle hebt over het centrum, zal dit in je voordeel werken.
Daarnaast is het slim om goed te letten op al je schaakstukken. Hoe meer pionnen er door je tegenstander worden gewonnen, hoe minder je er hebt om je koning te kunnen verdedigen. Ervaren schakers geven hun schaakstukken niet zomaar weg. Om deze reden moet je er voor zorgen dat je bij het aanvallen twee van jouw schaakstukken tegen één schaakstuk van je tegenstander zet.
Als je deze basis door hebt, zul je zien dat je van zelf beter zult word, mits je blijft oefenen.